vrijdag 5 juli 2013

DOKTER STAS en LAMMERT SIKKEMA, ARTS

Venestraat 25 resp. Venestraat 23

De arts Lambertus Stas (1898 – 1979) en zijn vrouw Henriëtte Stas-Amelink (1895 – 1976), waren de laatste bewoners van Venestraat 25 vóór dat huis in 1950 aangekocht werd door de Vereniging Kinderzorg als uitbreiding van het ‘Koningin Emma Meisjeshuis’ op nummer 25a dat een dependance was van het Julianahuis aan de Terborchstraat, hoek Hertenstraat (De Uitwijk).
Nr. 25a biedt vanaf 1935 onderdak aan ‘werkende meisjes’, die als het ware uit huis geplaatst waren, veelal afkomstig van geïsoleerd platteland. Uit de jaarverslagen kan men opmaken dat het om kind-slachtoffers ging van armoede, verwaarlozing en misbruik. Op de Vereniging Kinderzorg en de dependance in de Venestraat, die in de laatste jaren als "Kinderdagverblijf  De Til" peuters en kleuters opvangt, kom ik nog terug.

L. Stas dus, - betrekt zijn nieuwe huis op 12 oktober 1929. Lambertus heet soms ook Lucas en Leo. Hij heeft eerst in Amsterdam gewerkt, nadat hij in 1923 voor zijn artsexamen slaagde. Hij is in 1924 in Doorn getrouwd met Henriëtte Amelink, eveneens arts, en neemt één kind mee naar Zwolle. Is dat de dochter M.E. Stas die in 1945 apotheker wordt?


Natuurlijk gebruik ik onder andere google en als zoekterm typte ik dokter Stas. 
En daar verschijnen verschillende exemplaren van een dokterstas.

Hij en zijn vrouw zijn de eerste artsen in de Venestraat, de jonge Schaad is de derde, mejuffrouw M.J. Kalsbeek in de jaren 70 op nummer 3 is de vierde en Jan ten Berge, de huidige bewoner van nummer 18 maakt een kwintet vol.
Zijn eerste baan, zo lijkt het, is geneeskundige bij de medische afdeling der rijksverzekeringsbank; Stas wordt als zodanig benoemd per 1 augustus 1924, voor alsnog tijdelijk, maar uiteindelijk blijft hij in dienst tot 1 augustus 1949, waarbij hij en aantal stappen maakt tot een soort hoofdinspecteur.
Het stel verhuist nu naar Doorn. Daar kwam hij vandaan. Daar was hij kind en daar stond zijn ouderlijk huis. 
Stas is in 1949 een ongeluk overkomen en daarvan ondervindt hij blijvende gevolgen. Dat blijkt uit zijn bedankbriefje voor een financiële commissie van het Medisch Contact. Of dat ongeval ook de reden is om naar Doorn te verhuizen? En of hij daar een artsenparktijk begint? Ik vind geen spoor meer van hem in de jaren vijftig.
Ik kan er niet achter komen of mevrouw ook werkt als arts.

Ik ga nog op zoek naar een rapport dat Stas na de oorlog, in 1946, geschreven  heeft als ‘medisch contact’ voor de overheid (de bezetter?) destijds als lid van de Evacuatie-Commissie ter voorbereiding van een eventuele vanwege oorlogsomstandigheden gewenste evacuatie van het R.K. Ziekenhuis en het Sophia Ziekenhuis naar Dalfsen. In verschillende steden met ziekenhuizen was een dergelijke evacuatie commissie, lijkt het.

Altijd leuk om vanuit de Venestraat een relatie te leggen naar de grote buitenwereld. Welnu, de Rijksverzekeringsbank was in 1901 opgericht om de nieuwe Ongevallenwet uit te voeren. Dat was de eerste verplichte sociale verzekering, die zorgde voor een uitkering na een bedrijfsongeval. De Rijksverzekeringsbank moest de premies innen en de uitkering toekennen. De Rijksverzekeringsbank werd in Amsterdam gevestigd, omdat voor de financiering van de ongevallenverzekering een deel van de premies moest worden belegd in effecten, en daarvoor moest het bankpersoneel op het Damrak zijn. In 1956 veranderde de naam in Sociale Verzekeringsbank.




Tot ver buiten Amsterdam raakte deze bankinstelling bekend en beroemd vanwege haar huisvesting in het door Berlage bedachte Plan Zuid: Berlage brak in zijn Plan Zuid met de wijze waarop tot dan toe in Amsterdam gebouwd was. In plaats van de benauwde straten van de 19de-eeuwse stadsuitbreidingen ontwierp hij helder vormgegeven buurten met ruime wegen. Het nieuwe stadsgedeelte moest brede lanen krijgen en royale pleinen en hoofdstraten, maar ook intieme zijstraten en verrassende doorkijkjes.

Lang na Stas’ benoeming verrees op de door Berlage uitgespaarde cruciale plek de door architect Dirk Roosenburg ontworpen 7 verdiepingen hoge witte Rijksverzekeringsbank. Onder die zeven verdiepingen een laag, cirkelvormig gebouw met veel glas, bestemd voor het archief van de Rijksverzekeringsbank. De ronde vorm sloot aan bij de ronddraaiende kaartenbakken van het archiefsysteem. 
Stas zal hier zijn thuisbasis gevoeld hebben en met trots acte de présence gegeven hebben.

Of Lammert Sikkema de opening van dit gebouw heeft meegemaakt, is twijfelachtig. Hij was controlerend geneeskundige van de rijksverzekeringsbank maar overleed op 7 april 1936 te Leiden. Niet oud naar onze begrippen maar toen vast wel. Hij was geboren op 31 juli 1864 in Wirdum. We hebben op het internet twee foto's van hem gevonden (op één daarvan is hij 17 jaar) en een foto van zijn vrouw én van hun dochter, Bauck.
In 1924 verhuist Sikkema naar Wilhelminastraat 20a. Zwolle is zijn aangewezen standplaats. De bank heeft dienstkringen gemaakt en Sikkema is de man van de dienstkring Zwolle.

Op 27 mei 1892 deed hij met goed gevolg het artsexamen in Amsterdam. Dorpsdokter was hij van 1892 tot 1915 in Hellum (Gr) en van 1917-1918 te Huizum (vlakbij Leeuwarden). 
Daarna wordt hij benoemd tot controlerend geneeskundige en woont daartoe van 1918 tot 1929 in Zwolle. Daarna naar Leiden verhuisd.
Dat zijn dochter biologie gestudeerd heeft, zegt wellicht iets (progressiefs) over de sfeer in het gezin. Zij is in 1922 in Zwolle getrouwd, geboren in Hellum. Zij zal niet of nauwelijks in Zwolle hebben gewoond.























Mevrouw Sikkema: Aleida Sinnighe Damsté. Hierboven dochter Bauck.