zondag 13 oktober 2013

Staatsspoor ingenieur CRANS sterft jong

Marius (Hendrik) Crans trouwt laat. Hij is al 35 als hij in 1915 in het huwelijk treedt met de vier jaar jongere Bertha (Johanna) Boddé.
Zij zijn de eerste bewoners van Venestraat 25. Marius en Bertha krijgen er drie kinderen: Bertha in 1916, Marius in 1917 en Ida in 1919.

Er zijn nog maar weinig huizen bewoond. Mejuffrouw S. Cleef en mevrouw van Deventer bewonen 19 en 19a en wethouder van Gorcum, die ik hier al heb geportretteerd, woont boven de Cransen op 25a.
Aan de overkant zijn de nummers 16, 18, en 20 nog onbewoond en om dit gezelschap 'eerste bewoners' compleet te maken op nummer 2 woont de familie Helder, directeur van de biscuitfabriek NV E. Helder & Co (kom ik zeker nog op terug), een zekere Ghert van Wijk (weet ik nog eigenlijk niks van), de onderwijzer A.P. Vrijburg die op verschillende adressen in de Venestraat heeft gewoond, J.H. Schaad (over wie ik al uitvoeriger berichtte en die later woont op nr. 19), een zekere De Groot, handelsagent op nummer 10. Boven hem woont het gezin van Dugour, leraar aan de handelsschool. Naast hen op nummer 12 mevrouw Meinen en op 12a mevrouw Metz. En ook nummer 14 is dan net bewoond, door de familie Nijman, de exportslager uit Hardenberg over wie ik het ook al ruimschoots heb gehad.

Terug naar Crans. Marius Crans, geboortig in Den Haag, heeft in Delft gestudeerd en hij heeft daar zijn werktuigkundig ingenieursdiploma behaald in 1901.
Eén jaar later treedt hij in dienst bij de Mij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen als aspirant-adjunct-ingenieur. Je mag dan wel een mooi diploma hebben behaald, enige bescheidenheid is voor en jonkie wel zo gepast.
De centrale spoorwerkplaats, aanvankelijk in Breda, is zijn domein. Later heet dat de Dienst Tractie en Materieel en daarna de Dienst materieel en Werkplaatsen. Dan is Crans al opgeklommen tot ingenieur tweede klasse.
In 1913 krijgt Crans een overplaatsing naar Zwolle.
Waar hij dan zijn intrek weet ik niet, wel dat hij na zijn huwelijk in 1915 in de Venestraat gaat wonen. Hij is dan 35 en zal wel wat hebben gespaard.
In 1920 staat er in de courant dat M.H. Crans is bevorderd tot ingenieur der eerste klasse.
Vermoedelijk verhuist hij in 1923 naar de Oranje Nassaulaan.
Hij krijgt in 1928 een mooie bevordering en wordt afdelingschef in Utrecht. Hij gaat wonen in Bilthoven.

Maar dan slaat het noodlot toe en wordt een mooie loopbaan ruw gestuit. Crans was al langer ziekelijk en ziek. Je krijgt de indruk dat hij aan tuberculose leed. Op zijn 47 ste overlijdt Marinus Crans.



In een necrologie  in magazine De Ingenieur, 1928, nr. 39, wordt zijn loopbaan gedetailleerd weergegeven. Ook wordt beschreven hoe hij regelmatig ziek te bed lag en dan medewerkers en collega's thuis ontving om de technische complicaties  van het werk te bespreken en aanwijzingen dan wel advies te geven.
Hij was bescheiden en deskundig en daarenboven een 'voorbeeldig echtgenoot en vader'.


Centrale Werkplaats Zwolle 1 april 1932


Marius Crans was een beminnelijk mens. De necrologie eindigt met de woorden: "Want Marius Crans gaf aan zijn gezin -en daarnaast aan zijn vrienden- den schat eener schoone herinnering."

Het zou mooi zijn als we contact kregen met een kleinkind, al was het maar voor een foto van het gehele gezin in de Venestraat. Hun dochter Ida (uit 1919) zou nog in leven kunnen zijn, van haar oudere broer en zus is een sterfdatum bekend.


Treinen van dit type werden in Breda en Zwolle geproduceerd in de periode 1901 - 1907. Foto van buurtspoorweg in Boekelo.