maandag 8 april 2019

DE FAMILIE BROEKMAN-ROSENBOOM


DE FAMILIE BROEKMAN-ROSENBOOM

Frauke heet op de grafsteen van haar man Rosenboom, maar in (alle) andere documenten waaronder de verkoopacte van Venestraat 2 na haar dood wordt haar naam gespeld als Rozeboom. Dat is in overeenstemming met haar geboorteacte uit de Groningse burgerlijke stand.





Gisteren bezocht ik de Joodse begraafplaats aan de Kuyerhuislaan in Zwolle. Natuurlijk trof de grafsteen voor Barend Marcus Broekman me.








(ook hier noemt Frauke zich Rosenboom)

Aanleiding om hier de biografie te posten die ik in 2015 heb opgenomen in het boekje De Stolpersteine in de Venestraat en de Derk Buismanstraat (2015) naar aanleiding van hun onthulling op 25 maart van dat jaar.

In augustus 1931 kwamen Barend Broekman (1895), zijn vrouw Frauke Broekman, geboren Rosenboom (1900), hun oudste zoon Marcus (1926) en hun jongste Leo Moses (1930) in de Venestraat op nummer 2 wonen.
Barend en zijn oudere broer Jacob Broekman, die aan de Terborchstraat 9a woonde, waren experts in de financiële sector. De broers hadden bij de gemeente simpelweg het beroep van expert opgegeven. Zij deden in makelaardij, taxaties, hypotheken en verzekeringen. Zo verkochten zij een verzekeringspolis van het merk BAAK.
BAAK stond voor Broekman’s Algemene Assurantie Polis.
Daarnaast exploiteerden zij vanaf 1925 Verkooplokaal “De Witte Roos”, waar zij veilingen organiseerden en kantoor hielden. “De Witte Roos” was gevestigd aan de Melkmarkt nr. 20, waar nu het Grieks restaurant Olympia is gevestigd.
Eerder had daar hotel-restaurant De Doelen gezeten maar dat was afgebrand. 











































Terzijde, ene T. Schoonhoven heeft het bedrijf voortgezet. Hij woonde op loopafstand van de Venestraat namelijk in de Enkstraat. Ik heb geen nazaten gevonden om bij hen informaties in te winen. In 1969 was hij nog als zodanig actief en woonde in de Wanningstraat.






Op 8 augustus 1940 stierf Barend Broekman, de heer des huizes, plotseling, aan een hartverlamming, in Hattem.



De bejaarde Susanna Rudelsheim (1867) was de zuster van de al in 1918 overleden Klara Rudelsheim, de moeder van de broers Barend en Jacob Broekman. Susanna was dus hun tante én de oudtante van de beide jongens. Susanne woonde met Jacob Broekman in de Terborchstraat, maar verhuisde na Barends overlijden in 1940 met Jacob naar de Venestraat.
Van Susanna Rudelsheim is weinig meer bekend dan deze rudimentaire gegevens.
Het transport waarmee de bejaarde Susanna Rudelsheim naar Westerbork werd overgebracht, kwam daarop 8 april 1943 aan. Tweeëneenhalve maand later werd zij gedeporteerd naar Sobibor waar zij direct na aankomst zal zijn vermoord. De steen vermeldt de datum van 2 juli 1943. Susanna Rudelsheim bereikte de leeftijd van 76 jaar.
Van Susanna Rudelsheim is geen enkele foto overgeleverd, voor zover bekend.

Dat de ongehuwde Jacob van gezelligheid hield, moge blijken uit het feit dat hij lid was van de Zwolsche Biljartclub die in de Buitensociëteit speelde.
Hij was ook een hartstochtelijk bridger. Met zijn overbuurman, de heer Hibbel, die hij trouwens ook op de biljardclub tegenkwam, vormde hij een fameus paar.
Mevrouw Hibbel vormde met Frauke Broekman-Rosenboom een eveneens succesvol bridgepaar. Dat is bekend uit de krantenverslagen van bridge-drives waar beide paren wonnen en prijzen behaalden.
Tót het Joden verboden werd lid te zijn van verenigingen en horecagelegen-heden te bezoeken. Daarmee waren Jacob en Frauke Broekman  uitgesloten van de AVRO-bridgedrives, die in het nu tragisch afgebroken Hotel Gijtenbeek- hier om de hoek aan het Stationsplein- werden gehouden.

Jacob Broekman wordt vermoord in Mauthausen. Het is niet bekend of hij via Westerbork gedeporteerd is. De dag van zijn dood is waarschijnlijk 9 juli 1942. Jacob Broekman was toen 52 jaar.





Toen de anti-Joodse maatregelen de Joden steeds verder uitsloten van voorzieningen, is een Joods ziekenhuisje geopend in de Voorstraat. Frauke Broekman werd daar hoofd van de huishouding en verbleef daar met haar zoons permanent tót ook dat ziekenhuisje geliquideerd werd.

In Van zwolle naar Westerbork en verder, van Wim Coster, 2009, wordt Saartje Davidson die daar toen verpleegster was, aangehaald die in 1985 bewonderende woorden sprak over Frieda Broekman: "Het werk in het ziekenhuis was zwaar, maar mevrouw Broekman was als een moeder voor ons, zij heeft het ondanks de beperkte middelen die zij had, fantastisch gedaan."

Voorstraat 41, Joodse school en Joods ziekenhuisje

Vrijwel tegelijkertijd, op 9 april 1943 zijn Frauke en haar beide zoons naar Vught gedeporteerd en van daar op transport gesteld naar Westerbork op 7 juni 1943. Op 20 juli 1943 werden zij gedeporteerd naar Sobibor.  
De dag van hun dood door moord in Sobibor is gesteld op 23 juli 1943.
Leo Moses was 12 jaar en zat in klas 6 van de Joodse lagere school. Marcus was 16 jaar.

De foto van de broers is vrijwel het enige dat in het huis werd aangetroffen, nadat het was leeggehaald in opdracht van de Duitse bezetters.

Van Frieda is (mij) geen foto bekend. Wel van haar zuster Charlotte, die in Den Haag woonde, op wie zij mogelijk leek.

Charlotte Rosenboom

Charlotte wordt genoemd in de verkoopacte van na de oorlog, als de erven Venestraat 2 verkopen aan Van Schubert en Rie de Wilde. Rie de Wilde verhuist haar kapsalon aan de Willemskade naar de Venestraat.



Bob Zadok Blok, kleinzoon van Sara Roseboom, overleden in 1993, is overgekomen om de Stolpersteine voor zijn (verre) verwanten te onthullen.



Het is vermeldenswaard dat vorig jaar in het Denksportcentrum in de Venestraat ter nagedachtenis een Broekman-Hibbel Bridgedrive is gehouden, waarvan de opbrengsten ten goede kwamen aan dit Stolpersteine- projekt.