woensdag 28 augustus 2013

HERMAN VAN GORKUM, wethouder van 1904 - 1917

Het vorige onderwerp, de socialist Louis Cohen (Venestraat 26), en de eerdere schets van een beter geslaagd politicus, de vrijzinnig liberaal en later sociaal-democraat Rüdelsheim (Venestraat 16) werpt de vraag op of er in de loop der tijd wellicht nog anderen zich via de politiek hebben ingezet voor het nut van ’t algemeen.
Er zijn er minstens drie.

WETHOUDER
H(erman) van Gorkum, wonende Venestraat 25a, is er één van. Hij zat vanaf 1901 in de gemeenteraad en kwam door een eigenaardige gebeurtenis op één van de twee (later drie) wethoudersstoelen. Het conflict in de raad over de rode onderwijzer Wester dat twee wethouders deed aftreden, sluit trouwens opmerkelijk aan op het levensverhaal van Louis Cohen.
Wester had arbeiders aangezet tot staking, ten tijde van de spoorwegstaking, april 1903. Dat was hem nogal kwalijk genomen en er werd op zijn ontslag aangedrongen. Hij werd ‘verhoord’ in de vergadering van burgemeester en wethouders en beloofde nadien schriftelijk  beterschap. Aan de raad werden enkele breed gedragen ‘adressen’ gericht van ouders van kinderen, collega’s en andere sympathisanten die meenden dat daarmee de kous af moest zijn. Ook burgemeester Van Royen, toch een regent van een zeer oud stempel, volstond met een berisping.
Wester was evenwel ook directeur van het koor Stem des Volks en zou met zijn koor een lezing opluisteren van de dichter Herman Gorter. Daarbij is hij betrapt op het persoonlijk aanplakken van reclame-biljetten, hetgeen verstaan werd als politieke agitatie.  Toen dat aan de orde kwam in de vergadering van burgemeester en wethouders wilden de beide wethouders Wester ontslaan. In de raad evenwel werd het voorstel daartoe tot genoegen van de burgemeester overigens, afgestemd met 12 tegen 8. Daarop namen de wethouders Gratama en de later nog tot minister van Waterstaat benoemde Hk v.d. Vegte ontslag en werden A.J.M. Vos de Wael en H. van Gorkum gekozen tot wethouder. Het is 12 december 1904. Van Gorkum blijft wethouder tot 1917. 

WIJNKOPER
Hij verdiende de ruime kost als (mede-)firmant van wijnkoperij van der Voort en Co, gevestigd in de Diezerstraat.
Geboren in Sneek in 1858 was hij zijn carrière als wijnkoper vermoedelijk begonnen in Haarlem. In 1890 is hij naar Zwolle gekomen. Hij moet toch wel een actief mannetje zijn geweest als je bedenkt dat hij niet zo heel lang daarna al in de gemeenteraad zat, amper 10 jaar later.
Zijn echtgenote Anna Noé is in 1915 op 54-jarige leeftijd overleden en zij kan niet of zeer kort in de Venestraat gewoond hebben. Met haar had Herman drie kinderen. De oudste, Louisa, is maar 11 jaar geworden: 1886 - 1897, de tweede was Hermina en van de derde ken ik de naam niet.
Op 22 november 1916 is Van Gorkum voor de tweede maal getrouwd, opnieuw in Sneek, met Maria Elisabeth Walland, in 1875 geboren in Buitenzorg, Indië.
En nu doet het merkwaardige feit zich voor dat Jan Paul Walland bij dat huwelijk getuige is. Nou ja, hij is de broer van de bruid, ingenieur van Rijkswaterstaat in Leeuwarden, maar is niet lang daarna eveneens bewoner van de Venestraat en wel op nummer 21. Hij heeft dan een geweldige promotie gemaakt en is hoofdingenieur, de hoogste chef in Overijssel voor de RWS.


DIRECTEUR VAN DE DERK BUISMANSTICHTING
Van Gorkum krijgt de vermelding 'koopman' wanneer hij als één van de drie directeuren van de Derk Buismanstichting wordt aangesteld. Zijn mededirecteuren zijn J.J. Tijl (1860-1927, een kanjer), neef van de erflaatster en A.W. van Wijk, hervormd predikant. Van Gorkum heeft die benoeming ook rechtstreeks te danken aan de erflaatster. Caroline Eugénie Olympe Pittaud de Forges, vrouw van Roelof Albartus Buisman, had bij testamentaire beschikking bepaald dat als zij na haar echtgenoot zou komen te overlijden, zij een legaat van 100.000 (Franse) francs zou nalaten voor een stichting in Zwolle ten behoeve van behoeftige personen die steun verdienden. Caroline had een lijstje gemaakt van 16 kandidaten waaruit in volgorde de eerste drie directeuren benoemd moesten worden. Bijna bovenaan stond kennelijk Van Gorkum.
In zoverre is het wel vreemd dat Van Gorkum werd aangezocht want die was toen wethouder en de directie moest nu juist jaarlijks rekening en verantwoording van hun beheer afleggen aan de gemeenteraad. In die tijd (tot nog geen tien jaar geleden) waren wethouders lid van die gemeenteraad.
Roelof Buisman is in 1902 in Parijs overleden; Caroline Pittaud de Forges stierf op 14 augustus 1911 eveneens in Parijs.
Het bestuur, ik neem aan de directie, ging na het bericht van de notaris en de bank dadelijk op zoek naar geschikte grond. Die werd nog in 1912 gekocht van de N.V. Bouwgrond Exploitatie Maatschappij 'Het Hertenland, waarvan de ons als bewoner van de Venestraat bekende gemeenteambtenaar Schaad (bouw- en woningtoezicht) commissaris was.



 De grond lag dus op het Hertenland tussen de Oosterlaan en het Groenewegje. De nieuwe straat ging uiteraard Derk Buismanstraat heten. Aan weerszijden in twee blokken werden 21 woningen gebouwd. Betsie Tijl legde op 5 september 1913 de eerste steen. Mogelijk is daarvan een foto gemaakt?
De aannemer is W. van den Bosch uit Zwolle die bouwt naar het ontwerp van K. Müller uit Hengelo. De bekende Zwolse architecten J.D.C. Koch en H. van Dijk hebben Müller aangestuurd dan wel feed back gegeven en treden op als vertegenwoordiger van de opdrachtgever.
Er zit een afrekening in het dossier waaruit blijkt dat de bouw van de 21 woningen tesamen f 51.714,85 heeft gekost, d.w.z. f 2.462 per stuk.
Nog een vermeldenswaardige bijzonderheid: de huur van deze woningen moet ongeveer de helft zijn van wat in gelijksoortige, commercieel verhuurde woningen in Zwolle normaal is. Bovendien moet van elke tien woningen er zeven bewoond worden door een protestants gezin, twee door een katholiek gezin en één door een israelitisch gezin. Inderdaad, geseculariseerde gezinnen (die 'niks' zijn) komen niet in aanmerking.



En verder weet ik ook niets van hem. Ook niet over zijn wethouderschap, afgezien van wat de notulen van de raadsvergaderingen uit zijn mond hebben opgetekend. Thom. J. de Vries zegt in zijn Geschiedenis van Zwolle dat het jaar 1917 als een nachtkaars uitging en mogelijk geldt dat voor het gehele wethouderschap van Van Gorkum. De Grote Oorlog liep op z'n eind, maar niemand wist hoelang nog en de vraag was alleen hoe wij ons erdoor zouden slaan. Immers ook in Nederland waren veel zaken op de bon en de schaarste allengs nijpender. Het was een moeilijke tijd.

De Derk Buismanstichting is in 1999 opgeheven en de woningen zijn overgedragen aan een woningbouwvereniging (SWZ) die ze vervolgens te koop aan bood aan de bewoners. Wie niet wilde kopen mocht als huurder blijven, als ik goed ben ingelicht.
Voor ons als bewoners van de Venestraat was het buitengewoon zuur om te ontdekken dat de beleidsbepalers en opzichters van zo'n woningbouwvereniging er een uiterst benepen denkbeeld op nahouden bij de vormgeving van een 'opknapbeurt'. Voor de struiken en bomen was het in elk geval een wisse dood onder de jankende tonen van nietsontziende cirkelzagen.

Ik heb van Van Gorkum geen portret kunnen vinden. Maar ter illustratie is er het portret van degene die hij opvolgde, dat van de latere minister Henk van der Vegte, waarvan de wikipedia zegt:


Van der Vegte was een Overijsselaar en nazaat van dominee Hendrik de Cock, voorman van de afgescheidenen uit de negentiende eeuw. Hij was advocaat, wethouder en bankdirecteur in Zwolle en later lange tijd gedeputeerde. Hij deed in 1912 in het district Ommen een vergeefse poging om tot Tweede Kamerlid te worden gekozen. Hij was minister van Waterstaat in het kabinet-De Geer I.

Van der Vegte had aanvankelijk door zijn losse optreden het gehoor van de Kamer, maar verloor die sympathie later deels weer. Hij was uitermate langzaam in het spreken en bediende zich soms van verfijnde humor. Hij bracht wettelijke regelingen voor de luchtvaart en de radio-omroep tot stand.