F.S. LANGEMEIJER Hoofd-Ingenieur Directeur (H.I.D.) van Rijkswaterstaat
De derde uit de reeks opmerkelijke bewoners van de
Venestraat
Frans Silverius Langemeijer werd geboren in 1886, in Zeist.
Getrouwd met Antonia Maria Winkel in 1917. Hij maakt carrière in de dienst, in
de rijkswaterstaat wel te verstaan.
Van de meeste Venestraat-bewoners zal niet meer zijn te
achterhalen dan hun naam, hun geboortedatum en de periode dat zij van de
gemeenschap hier deel uitmaakten en wie er verder deel uitmaakten van hun
gezin.
Maar er zijn er die in elk geval op het internet en in de
vakliteratuur van hun eigen terrein sporen hebben nagelaten. En dat wil nog
niet zeggen dat er dan verschillende foto’s traceerbaar zijn die een fotografisch beeld geven. Niet dus. En het is evenmin eenvoudig zo niet onmogelijk om een verstrekkender beeld te geven: of het aardige, hulpvaardige
buurtbewoners waren die bij sneeuw het straatje schoonveegden voor de vele
weduwen die de Venestraat altijd heeft gehuisvest.
Langemeijer dus. Ik ga me er eens voor zetten. Gezien de
aansprekende functiebeschrijving moet er iets over hem te vinden zijn. In mijn
eigen werkzame leven kwam ik regelmatig twee H.I.D.’s tegen (VROM had het
fenomeen H.I.D. overgenomen), altijd uitgesproken baasjes. De auto-met-chauffeur
waarmee zo’n H.I.D. ten Provinciehuize arriveerde, helpt de lezer wellicht te
beseffen dat deze tak van dienst prat ging op het eeuwenoud vertrouwen van de
ingezetenen in hun kunst en hun kunstwerken om de veiligheid tegen het water zo
goed mogelijk te waarborgen. Maar laten we welzijn, het is in die eeuwen ook
heel vaak misgegaan. Niet altijd desastreus maar dan toch in elk geval zeer
schadelijk. Over alle watersnood die Zwolle vooral vóór het het afsluiten van
de Zuiderzee met de Afsluitdijk te verduren had wanneer de wind uit de
‘verkeerde’ noordwestelijke hoek het water opstuwde, zal ik het hier nu verder
niet hebben.
Als topambtenaar maakt Langemeijer deel uit van de 'kaste' die Nederland in die jaren bestuurt. Het is moeilijk om de pretentieuze macht
van de rijkswaterstaat te overschatten. Welnu genoeg ‘duiding’, wat heeft Langemeijer
als persoon voor Zwolle en de regio betekent.
Na zijn dienstbetrekking te zijn begonnen in Noord-Holland
als diensthoofd van het arrondissement Hoorn wordt hij voor twee jaar
uitgezonden naar de Antillen. Eén van zijn kinderen wordt er geboren. Hij komt in 1920 terug.en wie weet nog enkele
tussenstappen komt hij in Zwolle aan.
Zelfs de wikipedia vermeldt hem (tweemaal zelfs, waarvan één
keer met foute initialen):
In de rang van hoofdingenieur directeur is hij diensthoofd
voor het district Overijssel en Drenthe van R.W.S. van 1 oktober 1945 tot 1 juni 1951, tot zijn 65ste dus. Hij blijft in Zwolle wonen maar is dan al verhuisd maar de Wilhelminastraat 1.
Hij heeft zich in elk geval ingezet voor een spoedige
herbouw van de IJsselbrug na de oorlog. De enige foto die ik van hem kon vinden,
is dan ook bij die gelegenheid gemaakt. Hij knipt net niet zelf het lint door
waarvoor de minister de schaar vasthoudt.
Zwolle bedankt hem ook voor zijn inzet om een H.T.S. te
stichten. Vanaf 1914 wordt daarvoor geijverd, aanvankelijk voor een M.T.S. (-de
H.T.S. was nog niet bedacht-) en in 1952 komt de begunstigende ministeriële
beschikking dan toch af. Dit is de tekst dienaangaande: “In 1948 vroegen B. en
W. bij het ministerie een MTS aan. In 1951 kreeg het verzoek van het ministerie
‘de ernstige aandacht’. B. en W. traden in contact met de slapende vereniging,
die werd voorgezeten door ir. F.S. Langemeijer, hoofdingenieur-directeur bij
Rijkswaterstaat.”
Aanvankelijk onderwijs in de Ambachtsschool en het Gymnasium Celeanum aan de Veerallee als noodoplossing.
In 1954 begon men met de nieuwbouw aan de Assendorperdijk. Langemeijer haalt de
opening van de school niet. Hij overlijdt na slechts vier jaar van zijn
pensioen te hebben genoten in 1955.
De school wordt als hommage naar hem genoemd, al weet volgens mij niemand dat (meer) in Zwolle.
Eenmaal op zoek naar Langemeijer-foto’s kom je er een aantal
tegen van het bestuur van de ZGB, de Zwolse Gymnasiasten Bond.
Ongetwijfeld is
de ene Langemeijer, Nini, F.S.’ dochter en Hein zijn zoon.
Ook die hebben dus gewoond in de Veenestraat op 21 vóór zij
naar de Wilhelminastraat verhuisden.
Dat moet net voor 1950 zijn geweest, want Veenestraat 21
wordt nog door de internationale Rotary opgegeven als het adres voor de
chairman van de Zwolse afdeling, die na het stof van WO II neergedaald is, weer
wordt toegelaten tot Rotary International.
Langemeijer is ook lid van de Vereniging voor de Beoefening
van het Overijssels Recht, maar naar het schijnt wordt hij pas lid van deze beetje elitaire club ná zijn benoeming tot Hoofd-Ingenieur Directeur en hij in
de Wilhelminastraat woont. In de Naamlijst der Leden lees je veelal “de heer en
mevrouw Zus-en-Zo”, maar de heer Langemeijer staat solo in de lijst.
De foto. Rechts zit 'Nini' Langemeijer (aanhalingstekens omdat in het bevolkingsregister deze naam niet voorkomt). Haar officiële naam is Eugenie, naar haar grootmoeder. Zij is van 1919, geboren in St. Martin (Sint Maarten). Op haar elfde kwam zij wonen in de Venestraat. Jong genoeg om nog een paar jaar buiten te spelen.
Nog een aardig detail. In 1956 publiceert zij het boekje
Dag dokter, daar ben ik (met 18 illustraties van Leeflang-Oudenaarden). Een informatief boek, een beetje prentenboek, dat aangeboden wordt door N.V. Nutricia, Zoetermeer. Kennelijk om kinderen voor te bereiden op ziekenhuisopname.
Op de achterkant van het boekje staat een zwart/wit foto van het oude Sophia Ziekenhuis, in Zwolle.
Dat brengt me terug bij de vader. Hij heeft enkele waterstaatkundige rapporten op zij naam staan:
- * Regelung der Stauhöhe in den Haltungen und des
Abflusses unterhalb dfer letzten Staustufe in kanalisierten Flüssen bei
ausgenutzter bzw. Nicht ausgenutzter Wasserkraft Deel 1 van XVI.
Internationaler Schiffahrt-Kongresse, 1935 (20 pagina’s).
- * Rapport Onrendabele Kanalen (1950). Langemeijer
was voorzitter van deze tragisch ogende commissie
- * Rapport over de voors en tegens van een tweede
verbindingskanaal tussen IJssel en Zwartewater (1953). Eindrapport van een
commissie die voorgezeten werd door Langemeijer.
Zijn bijdragen aan de Westindische Gids zijn interessanter.
Het aardige is bovendien, voor mij althans, dat mijn grootvader de redacteur is
van dit tijdschrift, zelf ook uitgezonden geweest naar de West. Mijn grootvader was secretaris
van de redactie en eindredacteur van 1933 – 1949; over zijn betrokkenheid bij
de West Indische Gids en de West is te lezen:
De artikelen die Langemeijer kunnen worden nagelezen bovendien, want de West Indische Gids is heel goed ontsloten door de digitale versies: Ik noem vier titels waarvan het laatste artikel het interessantst is. Met 'oorlogstijd' wordt hier uiteraard de tijd van de Eerste Wereldoorlog bedoeld.
Langemeijer beschrijft hoe het scheepvaartverkeer naar de West en ook dat naar de Oost omgeleid werd via New York en hoe een ieder zich bewust was van het gevaar vanwege de nietsontziende Duitse onderzeeërs. De schepen waren overbevolkt en zijn vrouw en hij sliepen in gescheiden hutten met vreemden. Hij beschrijft ook de aankomst in New York en hoe het een probleem was dat hij toevalligerwijs twee weken voor het uitbreken van de oorlog in Duitsland en Oostenrijk (met vakantie) was geweest. En nog veel meer.
Aan het eind van dit bericht geef ik enige titels en vindplaatsen van Langemeijers West-Indische artikelen. Hij schreef er meer.
De tweede ZGB-foto. Tweede van links is 'Hein' Langemeijer. Ook 'Hein' is geen officiële naam. Hij is geboren op 26 september 1922 en op z'n achtste in de Venestraat komen wonen. Hij is vernoemd naar zijn oom Henri Cornelis Gerard. Die oom kom je op het internet veelvuldig tegen. Wat er van Henri geworden is, heb ik (nog) niet kunnen achterhalen.
De West-Indische Gids:
1. Het
klimaat en de natuurverschijnselen op onze bovenwindsche eilanden, februari
1934
2. . Van
drie toppen van het Antillen-massief, een orogragfische schets van de
Bovenwindse eilanden, 1943
3. Korte
beschrijving van de Grote Baai op Sint Maarten,
4. Eene
reis naar St. Maarten in oorlogstijd, april 1937