woensdag 3 mei 2023

JACOB ROTHSCHILD EN HEDWIG BIER


EEN STOLPERSTEIN VOOR HEDWIG ROTHSCHILD - BIER

In het Herinneringsboek Joods Zwolle 1940 – 1945, uitgegeven door de Nederlands-Israelietisch Gemeente Zwolle 1995, is een tabel opgenomen waaruit blijkt dat er op 1 januari 1940 805 joodse Zwollenaren waren geteld, waarvan 121 ‘buitenlands’.
Van die 805 medeburgers zijn er 499 vermoord. Van hen waren er 89 van buitenlandse afkomst. Het overgrote merendeel van de ‘Buitenlandsen’ was uit Duitsland gevlucht voor de repressie van het Hitler-regiem.



In 2013 is in Zwolle de stichting Zwolse Stolpersteine opgericht die zich ten doel stelt elk van de vermoorde joodse medeburgers blijvend te gedenken met een (in de Nederlandse vertaling)
struikelsteen in het trottoir voor het huis waar elk van hen het laatst vrijwillig heeft gewoond. 
Stolpersteine zijn door beeldend kunstenaar Gunter Demnich uitgedachte vierkante stenen gedekt met een messingplaatje waarin naam, leeftijd en de plaats van de moorddadige dood zijn gegraveerd.
De stichting probeert zo goed mogelijk de levensfeiten van de vermoorde medeburgers te achterhalen in de vorm van een korte biografie.

Zo drong de vraag zich op Wie zijn Jacob Rothschild en Hedwig Bier, pagina 54 van het Herdenkingsboek.

Hedwig is op 27 november 1885 geboren in Keulen. De familie Bier woonden al generaties lang in Keulen, blijkt bijvoorbeeld op de oude joodse begraafplaats. Hedwigs ouders David Bier en Jettha Wasserman hadden volgens de ene bron zes en volgens een andere 10 kinderen. Met haar broer Julius Bier, diens vrouw Berthe Lewin en hun kinderen die in 1933 uit Keulen naar Amsterdam waren vertrokken, heeft Hedwig steeds een warm contact gehouden. Toen Hedwig nog met haar man Jakob Rothschild in Gronau woonde en later in Zwolle, logeerden nichten en neven graag bij oom Jakob en tante Hedwig.

Jakob handelde in vee en vlees en was daarmee succesvol. Het kinderloze echtpaar bewoonden een comfortabele (in de oorlog verwoeste) woning aan de Polenstrasse in Gronau.



Zij ontvluchtten in 1933 het dreigend onheil van hun ‘Ausbürgerung’ in Duitsland en regelden hun vertrek naar Nederland, naar Zwolle. Aanvankelijk woonden zij in de Voorstraat, verhuisden naar de Elbertstraat 10 en konden later het huis aan de Oosterstraat 8 huren dat zij in juni 1939 kochten van een leraar in Haarlem. 


Nota bene, deze huizen in de Oosterstraat waren in de jaren 30, 40 geenszins wit. Het huis met de twee fietsen hierboven en hieronder het meest linkse huis met het drieluik boograam.


raam van nummer 8


Jakob en Hedwig moeten niet onbemiddeld zijn geweest gezien het aantal jaren dat zij hier rentenierden. Inkomsten hadden zij van pensiongasten. Zo woonde de uit Den Haag overgekomen godsdienstleraar Nathan van Zwaanenburgh, in dienst van de joodse gemeente, tot zijn trouwen met Jenny Hirsch bij Jakob en Hedwig in. Hoewel (voor mij) niet herkenbaar zouden Jakob en/of Hedwig op een foto kunnen staan van het huwelijksdiner van Nathan en Jenny. Van de meeste disgenoten is bekend wie zij zijn, familieleden van Jenny, van enkele niet. (foto gepubliceerd op het internet, afkomstig uit archief van J. Bodenheimer-Hirsch).  


Hedwig is door de Zwolse politie gearresteerd en op 19 november 1942 op transport gesteld naar Westerbork vanwaar zij werd gedeporteerd naar Auschwitz. Op 15 december 1942 werd zij daar vermoord. Deze omstandigheden waren des te wreder als men bedenkt dat Jakob bij de arrestatie van Hedwig zwaar ziek was, en op 21 november 1942 aan een hartstilstand is overleden. Van hem is geen foto overgeleverd.






De Stolperstein voor Hedwig is op 22 maart 2017onthuld door haar achterneef Jitschak Bier, zoon van David Bier, kleinzoon van Hedwigs broer Julius Bier, en zijn vrouw Yael, die daarvoor waren overgekomen uit Israel. Yael heeft in haar hand de zilveren beker met het monogram JR van Jakob Rothschild die op miraculeuze wijze als erfstuk is overgeleverd en die zij voor deze gelegenheid meegenomen heeft ter ere van deze onthulling.

Yitschaks oom Max (Meir) Bier, als kind regelmatig gelogeerd in de Oosterstraat,  is kort geleden op hoge leeftijd in zijn woonplaats in Israel overleden. Hij woonde in het joods bejaardenoord Beth Juliana niet ver van Tel Aviv en sprak vlekkeloos Nederlands. Nadat hij Bergen Belsen had overleefd en in Nederland werd opgeleid als pionier in Palestina, vertrok hij op zijn 15de (illegaal) naar dat land. Het heeft hem zeer gespeten dat hij niet meer in staat was de onthulling van de Stolperstein voor zijn geliefde tante te onthullen maar had nog wel enkele woorden ter herdenking meegegeven die door Yael daadwerkelijk zijn uitgesproken.

Over David Bier, Yitschaks vader kom ik nog te spreken. Hij was actief in het verzet in de Achterhoek en maakte deel uit de verzetsgroep De Bark en is na de oorlog een paar maal naar de Achterhoek teruggekomen om zijn onderduikadressen te bezoeken en degenen die hem de gelegenheid gegeven hadden zich te verschuilen, te bedanken en om een reünie van de Barkianen bij te wonen.

De Rothschilds uit Gronau.

Jakob was het zesde kind van Philipp Rothschild en Jeanette Weinberg. Zijn zus Rosalie was al eerder naar Nederland gekomen en woonde in Boertange. Rosalies dochter Rosetta was getrouwd met de Zwollenaar Jacob de Leeuwe, handelsreiziger van beroep. Zij woonden nog geen 100 meter van tante Hedwig en Jakob op het adres Hertenstraat 1 tot zij in 1940 naar Utrecht verhuisden.

Jakob had ook nog een jongere broer Michael Moritz Rothschild die zich al in 1920 in Zwolle vestigde en met zijn compagnon Louis Keizer aan de Nieuwe Markt een rijwielgrossierderij had. Zij verplaatsten hun zaak in 1928 naar Utrecht. Mogelijk was Moritz of Rosalie nog wel de wegbereider in Zwolle voor |Jakob en Hedwig in 1933.


WORDT VERVOLGD