donderdag 8 mei 2025

COENRAAD DIJKSTRA stierf in KZ Husum-Schwesing. Hij was toen 20 jaar.


 Op 4 mei poetste ik de 14 Stolpersteine in mijn straat, de Venestraat, en daarnaast 'extra' de Stolpersteine voor Hedwig Rothschild-Bier in de Oosterstraat en de twee stenen voor Meta en Sariena Palm in de Terborchstraat.  Tot ze glimmen en opvallen. Ik zet er dan een lichtje bij en markeer de plek met een of twee witte rozen.

De laatste twee jaar poetst de Lionsclub sommige Stolpersteine; in de Venestraat is dat ongeveer de helft en in de Oosterstraat en Terborchstraat komt de club niet. Waarom eigenlijk zo selectief?

Willem Lengton
Toen ik op 4 mei jl. na de 2 minuten stilte nog even ging kijken of alles er nog goed bijlag (want -ergernis- stationgangers en studenten die hier wonen fietsen bij voorkeur hele stukken over het trottoir en dan gaat er van alles mis), - viel mij in dat ook de nagedachtenis van de in WO II vermoorde niet-joden uit onze straat geëerd zou moeten worden. Coenraad Dijkstra van nummer 14 en Willem Lengton die zijn jeugd doorbracht in de Venestraat op nr. 27. 

Beiden zijn zonder aarzeling te zien als Zwolse helden, al woonde Willem al niet meer in de Venestraat (maar in Soest) toen hij op 14 april 1944 op de Waasdorpervlakte door de SS werd vermoord.  Op het internet zijn veel details te lezen over zijn verzetswerk (Wikipedia:  nl.m.wikipedia.org). Hij werd 27 jaar.

begraafplaats in de duinen van Bloemendaal 

Met Coenraad Dijkstra voel ik een des te sterkere band, omdat hij in het huis woonde waar ik al zoveel jaar woon. Hij at, sliep, werkte in dezelfde kamers, liep over dezelfde trappen en verpoosde in dezelfde tuin. Over hem heb ik eerder al geschreven op deze blog. Daar voeg ik nu aan toe het verslag van ons bezoek aan het Aussenlager (buitenkamp) van Neuengamme waar Coenraad verbleef: Husum-Schwesing

Het kamp dat niet lang heeft bestaan en met name bedoeld was als huisvesting voor de (Nederlandse)  dwangarbeiders die aan de nabijgeloegen kust verdedigingswerken (de zgn. Friesenwal)  moesten graven/bouwen, ligt er prachtig gestileerd bij. Van één oorspronkelijk bouwwerk, de keuken, rest een onttakelde ruïne: als een blijvende aanklacht.

de schoorstenen van de keuken (en toch permanente honger)

 In het kamp zijn 13 nationaliteiten 'vertegenwoordigd'. De grootste groep bestaat uit Nederlanders, onder wie 568 Puttenaren. De bewoners/arbeiders in dit kamp stierven als ratten, aan ondervoeding en uitputting. Dagelijks moesten 12 kilometers heen en na 12 uur harde lichamelijke arbeid weer terug worden gelopen van het kamp naar het werk, zonder eten en drinken. Het was bovendien koud in de slechts korte periode dat Coenraad het daar uithield. In het kamp waren geen faciliteiten, laat staan verwarming en spaarzaam, minderwaardig voedsel. 

Op twee manieren wordt Coenraad hier genoemd. Bij de entree op verzamelplateaux en achterin het kamp waar een kunstenaar op corten stalen zuilen de namen heeft gebrand van de hier vermoorde dwangarbeiders.


kunstwerk met de namen 


 

 




 


 








Daarna hebben wij de begraafplaats bezocht waar de slachtoffers van dit wrede regiem door toedoen van een bewogen geestelijke ordentelijk begraven zijn, in plaats van te worden gedumpt in een massagraf. 
En op die begraafplaats troffen we een informatief verklarend monument met ook daarop de naam van Coenraad Dijkstra: op een pagina van de administratie van het kamp of de begraafplaats staat Coenraads naam op de zevende regel. 

begraafplaats Ostfriesland in Husum

 
zie de zevende regel 


Zijn ouders hebben er later voor gezorgd dat Coenraads stoffelijk overschot hier ontgraven is en herbegraven in Loenen op de erebegraafplaats. Er resteert deze foto van zijn zus Geertje (Stoker-Dijkstra) genomen op 4 mei 2006 die haar broer meer dan 60 jaar later eer bewijst door hier te zijn. 

Geertje (Stoker - Dijkstra) op de erebegraafplaats Loenen 


En bijzonder detail is overigens dat ook Jan Stoker, de verloofde (en later echtgenoot) van Geertje werd gearresteerd  toen Coenraad opgebracht werd naar het NSB-clubhuis in de Bloemendaalstraat door landwacht Kleveringa uit de nabijgelegen Tuinstraat. Maar Jan had de pose van schooljongen aangenomen. Hij liep dan ook steeds in een korte broek. Deze jeugdige verschijning heeft hem gepardonneerd, terwijl ook hij toch actief deelnam aan het verzet. Geertje en vader Dijkstra zijn trouwens ook van huis opgehaald en verhoord in Arnhem, maar na één of twee dagen zijn zij toch huiswaarts gestuurd.

Na de oorlog hebben de Dijkstras lang in onzekerheid verkeerd omtrent het lot van Coenraad. Daarvan getuigt een geadverteerd verzoek om inlichtingen. 




De kunsthandel en lijstenmakerij van vader Dijkstra aan de Vischmarkt heeft het niet gered. De verhuizing naar de Venestraat met de ruime kelders bood het voordeel dat hij nog steeds opdrachten kon aannemen voor zijn lijstenmakerij terwijl hij full time in dienst trad bij de gemeente Zwolle. Hij schreef in een ongeëvenaard fraai handschrift rapportages voor de Sociale Dienst.
Van iemand die in de jaren zestig op kamers bij het echtpaar Dijkstra heeft gewoond, weet ik hoezeer zij hun verdriet over het noodlot van Coenraad iedere dag bij zich hadden.