woensdag 26 juni 2013

RAAD VAN STATE BUIGT ZICH OVER VENESTRAAT 23 - 25

Gisteren 25 juni hield de Raad van State een openbare zitting over het rechtsgeding van de gemeente Zwolle tegen de vastgoedeigenaar van het pand en het bedrijf dat een huurcontract voor 10 jaar gesloten heeft met die vastgoedeigenaar om op zijn beurt kamers te verhuurt aan studenten met een stoornis in het autisme-spectrum plus een vorm van begeleiding bij wijze van training opdat die studenten in twee jaar leren zelfstandig te zijn. STUmass. Je zou misschien denken een stichting maar het is een commercieel bedrijf.

De gemeente stelt dat waar Stumass die panden voor wil gebruiken, in strijd is met het bestemmingsplan. De panden zijn bestemd voor gezinsbewoning, en niet voor kamerbewoning of een zorginstelling.
Een aantal bewoners (de huidige studenten bemoeien zich er niet mee) van de Venestraat is het daar mee eens en staat aan de kant van de gemeente. Niet omdat we niet geconfronteerd willen worden met  autisme, maar omdat jaren geleden al is afgesproken dat er weer gezinsbewoning in de Venestraat zou komen en dat er meer dan genoeg huizen zijn met kamerbewoning. (Als één van die huidige kamerverhuurpanden door Stumass gehuurd zou worden voor haar doelgroep, zouden wij dat initiatief prijzen!)
In een eerdere fase leek het erop dat er in (het al jaren leegstaande voormalige kinderdagverblijf) Venestraat 23-25 ook werkelijk kamerbewoning zou komen. Waartegen de bewoners protesteerden. Die herinnerden de gemeente aan haar eigen beleidslijn dat er per postcodegebied niet meer dan 10% van de huizen voor kamerbewoning gebruikt mag worden. Daar zitten we in de Venestraat al dik (meer dan 50% is kamerverhuurpand)  over heen en om nu ook weer Venestraat 23, 25 en 25a  aan kamerbewoning te zien opgaan, - dan neem je als gemeente je eigen beleid ook niet echt serieus. 
Enfin, met de vastgoedeigenaar is toen een schikking getroffen, die voor de Venestraat zou betekenen dat in de drie panden 2e3, 25 en 24a zes stadswoningen zouden komen. De bewoners ook tevreden. Maar zoals wel vaker in die volstrekt onbetrouwbare vastgoedwereld het geval is, de compensatie elders in de stad werd wel opgestreken, maar over de rest van het verhaal, in de Venestraat, deed meneer alsof hij gek is en in al die jaren heeft die vastgoedspeculant niets aan onderhoud gedaan en geïnvesteerd: de panden verloederen dan ook waar je bijstaat.
Tot er dan ineens een timmerman voor de deur verscheen die hier en daar met wat platen een wandje zette en we zagen een douchecabine naar binnen rijden. Zo, het pand was geschikt voor de eerste aan autisme lijdende studenten?!
De gemeente begreep dadelijk na het 'alarm' van de buurtbewoners dat als er werkelijk studenten uit de doelgroep in zouden zitten, zij die er nooit meer uit zouden krijgen. Reageerde derhalve direct en  spijkerde het pand dicht. Dat heet handhaving en toepassing van bestuursdwang. Stumass had de tactiek van de krakers willen toepassen en had vliegensvlug een student met een bed naar binnen geschoven en speelde in de publiciteit uiteraard de kaart van de meelijwekkende student uit, die het toch al zo moeilijk had om zich aan de nieuwe situatie aan te passen. 

En daarover gaat het nu nog steeds. Waarom zijn die stadswoningen niet gebouwd? 
Waarom moeten nota bene drie grote panden ingezet worden voor kamerbewoning door studenten uit een specifieke doelgroep? Stumass heeft trouwens inmiddels elders al een Stumasshuis en bovendien verrijst er in de Tuinstraat een complex  voor jongeren uit precies dezelfde doelgroep die daar onder begeleiding gaan wonen.
Voor zover het om een juridische strijd gaat, is vooral de vraag aan de orde of Stumass overeind kan houden dat als zij zeven studenten samenbrengen en daar het etiket van een groep opplakt omdat overdag en door de week een begeleider aanwezig is die ervoor zorgt dat er corvee-matig schoon gemaakt wordt en verplicht eenmaal per week samen gegeten, - dat er dan geen sprake is van kamerbewoning maar van een (in sommige jurisprudente uitspraken) aan een gezin gelijkgestelde samenwoning. 

Omdat een zorginstelling ook niet toegelaten is, moet Stumass laveren tussen aan de ene kant de bewering dat het maar om een lichte begeleiding gaat waardoor je niet kunt spreken van een zorginstelling en aan de andere kant de nadruk die weer wel op de begeleiding moet vallen omdat het anders toch weer gewoon kamerbewoning is.
En daarbij haalt Stumass dan alle mogelijke jurisprudentie aan om aan te tonen dat er tussen die twee nét genoeg ruimte is om er een (in juridische zin!) quasi-gezinshuishouden tussen te proppen. Juridisch geknutsel waar je al gauw meer dan genoeg van hebt. De vraag is of Stumass in de zaal van de Raad van State erin slaagt om een koe een haas te laten vangen, onder leiding van de immer goedgebekte advocaat.

Vooral omdat op haar website en in haar personeelsadvertenties de zaak best helder is: Stumass doet aan kamerverhuur en levert daar enige begeleiding bij, - zijn wij als bewoners geërgerd over al deze draaiende bewegingen van vastgoed en commercieel uitgenut autisme.
Zo wordt bij de Raad van Statee  dan weer een zgn. deskundigheidsadvies ingebracht over autisme, waarin het bijzondere van autisme wordt benadrukt en de noodzaak tot ´apart´ en ´anders´ voortdurend herhaalt en waaruit je eigenlijk de conclusie zou moeten trekken dat studeren voor deze groep nooit iets kan worden. 
En dat op de dag dat de Volkskrant opent met de aangekondigde sluiting van speciale scholen waardoor vooral kinderen met autisme weer naar de het niet/speciale onderwijs moeten.

En mijn stelling was en is: het is kamerbewoning. Zie hieronder.


  


Aan de Raad van State
Afdeling bestuursrechtspraak

Uw nummer 201211202/1/A1

Uw brief van 10 januari 2013                                                                      Zwolle, 5 februari 2013

Onderwerp B& W Zwolle /1) Venestraat Zwolle B.V.
en 2) STUMass B.V.
Bestuursdwang

Hoogedelgestreng college,

Bij brief van 10 januari 2013 stelt u ons, de omwonenden van de panden Venestraat 23/25 in Zwolle om welker bewoning het in deze zaak gaat, in de gelegenheid een schriftelijke uiteenzetting te geven.
Van die gelegenheid maken wij graag als volgt gebruik.

In de eerste plaats verwachten wij dat u grondig kennis neemt  van ons gedetailleerde en waterdichte  betoog dat wij inbrachten bij de rechtbank Utrecht. Deze zienswijze is gedateerd 10 juli 2012. In de ons toegezonden stukken vindt u het achter tabblad 45. U dient dit betoog als ingelast en herhaald te beschouwen.
Met spijt hebben wij geconstateerd dat noch bij de openbare behandeling van de zaak voor de rechtbank Utrecht noch in de uitspraak van de de rechtbank werkelijke aandacht is gegeven aan de logisch dwingende redenering die wij de rechtbank aanboden.

In de uitspraak van de Utrechtse rechtbank is op twee punten een afweging beschreven. De eerste kwestie betrof de door de tegenpartij betwiste bestuursdwang. Voor ons nu niet meer van belang.

In de tweede plaats gaat het nog altijd om de vraag of STUMass een zorginstelling is voor mensen met een autistische beperking (waarbij studeren een soort dagbesteding is), dan wel of STUMass een alternatief  gezin sticht dan wel of  STUMass gewoon een bedrijf is dat kamers aanbiedt voor een bepaalde categorie studenten die een vorm van begeleiding nodig heeft.

Kamerverhuur
De rechter in Utrecht ziet niet in dat de kamerverhuur door STUMass in essentie commerciële kamerverhuur is voor studenten zoals in de Venestraat op grote schaal het geval is voor zowel studenten als werkende jongeren. Sommigen wonen hier kort anderen lang. Ook afgestudeerde studenten blijven hier soms nog jaren op een kamer wonen. De kamerbewoners komen uit alle windstreken, kennen elkaar vooraf niet maar moeten eenmaal in een verkamerd herenhuis hun kamer betrokken hebbend van alles en nog wat met elkaar delen. Zij moeten in verschillende opzichten ernstig met elkaar rekening houden maar voor hun werk en hun studie is ieder voor zichzelf verantwoordelijk. Sommigen krijgen begeleiding of hebben een coach, anderen niet. Sommigen gaan ieder week naar elders, meestal hun ouders, anderen veel minder vaak.
Dat is allemaal niet uniek in de Venestraat. Ook op Uilenstede, om een willekeurig voorbeeld te nemen van een studentencomplex in in dit geval Amstelveen, heeft men dezelfde gemeenschappelijke ruimtes als die STUMass hier wil creëren. Er wordt daar veelal samen gekookt, gegeten, schoongemaakt, uitgegaan.
Zelfs zonder begeleiding ontstaat er een mengvorm van apart- en-samen.

STUMass doet alsof die samen-dimensie zo bijzonder is. Welnee, die is er altijd omdat het niet zonder kán. Ook in een hotel en in een huis van bewaring. Je komt er niet omdat je familie van elkaar bent, of anderzins een samenbindende ervaring met elkaar hebt; het is het toeval dat de bewoners samenbrengt en des te gemakkelijker gaat ook iedereen na kortere of langere tijd zijn eigen weg.
En wat een ieder vervolgens onderneemt, studie of werk, doet hij alleen maar voor zichzelf; de STUMasser zo goed als elke andere student. De gemeenschappelijkheid  ís er, zonder die kan het niet, maar de vraag is of die zoveel betekenis heeft voor de samenwoningsvorm dat die zó veel verder gaat dan de eigen kamer en het eigen individuele huurcontract dat die -sprekend over gezinsbewoning waarin sprake is van hechte relaties-   een meer dan een minimale rol heeft in een Stumashuis. En waarom ook?

Begeleiding
Studenten met een stoornis in het autisme-spectrum  zijn (veel) minder geneigd tot socialiseren; vandaar de begeleiding om te proberen daar nog iets van te maken. Maar  verandert daarmee de woonconstructie nu zó van karakter dat u concludeert tot een gezin, weliswaar een niet-traditioneel maar dan toch een gezin?
STUMass stelt zich ten doel haar kamerbewoners te trainen in zelfstandigheid om het ook zonder die begeleiders te kunnen. Daar geeft zij zichzelf en haar kamerhuurders twee jaar voor. In de ook in de stukken opgenomen STUMass-personeelsadvertentie voor begeleiders en op de website van STUMass maakt dit bedrijf duidelijk dat zij een soort kamerverhuur plus biedt.
Dat betekent dat STUMass dus zich helemaal niet ten doel stelt om er dat alternatieve gezin van te maken. Die begeleidingsuren moeten dat dus eigenlijk voorkomen. Het pedagogisch doel van training tot zelfstandigheid verdraagt zich niet met het warme bad van de aangeleerde hulpeloosheid. Van STUMass als serieuze organisatie mag men dan ook verwachten dat de opgegeven trainingsdoelen ook haar werkelijke doelstellingen representeren en dat die begeleiding dienend is is aan deze doelen.

We kunnen derhalve vastsellen dat er in die tweejarige trainingsfase in een STUMasshuis  ‘geleerd’wordt om samen schoon te maken en samen te zorgen voor de bereiding van een aantal maaltijden, maar  dat deze training in genen dele  onderscheidend is voor de samenwoningsvorm.


Normvervaging en de consequenties
Na de uitspraak van de rechtbank in Utrecht vrezen wij dat de volgende stap maar een heel kleintje is: al die andere huizen waarin mensen voor kortere of langere tijd van dezelfde voorzieningen gebruik maken en daarover afspraken moeten maken, zijn dan kandidaat voor een alternatieve gezinsbeoordeling.
Want wie er goed naar kijkt ziet vooral overeenkomsten tussen het STUMass-model en een doorsnee- kamerverhuurbedrijfspand waarvan er in de Venestaat al een stuk of twaalf zijn. En de volgende ondernemer-studentenkamerverhuurder staat al klaar.

Anders gezegd wat STUMass wil gebeurt op Venestraat 2 tot 12a al jarenlang, zij het vrijwillig en onbegeleid.
Blijft over dat het STUMass van Venestraat 23 en 25 een kamerverhuurbedrijf wil maken, met dezelfde planologische uitstraling als de de andere complexen waarin kamerbewoners zijn getrokken. Sociologisch en demografisch zal het een kamerbewoningspand zijn, en dan ook nog drie in één.

En de consequenties zijn: met nog maar één tussenstapje en alle kamerverhuurhuizen zijn op grond van de gemeenschappelijke voorzieningen en de daarbij behorende activiteiten een niet-traditionele gezinssamenwonigsvorm.

U zult begrijpen hoe onverteerbaar het ons is dat STUMass  in de rechtzaal haar zin zou krijgen.  Wij zien hier voor het eerst hoe een koe een haas vangt. Het is zó duidelijk dat de gemeenteraad, het college van B&W, de wijkvereniging, de bewoners van de Venestraat en aanliggende Hertenstraat elkaar beloofd hebben er gezamenlijk voor te zorgen dat de leefbaarheid en het woonklimaat kwalitatief niet verder achteruitgaan. Daartoe moest de kamerbewoning binnen de perken blijven.

De gemeente heeft een expliciet beleid ter zake. En dat zou door de spitsvondigheden van de advocaten zo makkelijk omzeild kunnen worden? U hebt de beleidsregel van de gemeente met de bijbehorende verordening in de stukken aangetroffen. Het gaat nota bene over een norm van maximaal 10% per postcodegebied, terwijl de Venestraat over de 50% zit.

Het is en blijft kamerbewoning, is onze stelling. De Utrechtse rechter heeft de jurisprudentie veel te ver opgerekt en de definitorische voorwaarden zo versoepeld dat er van het oorspronkelijk onderscheid veel te weinig over is.
Wij menen dat uw hoogedelgestreng college meer raffinement en meer finesse in zijn beoordeling legt en zich diepgaander met ‘verschil en overeenkomst’ bezig houdt om ook vooral het kennelijke beleidsdoel van de gemeente uitdrukkelijker mee te wegen.

Voor de deelnemende bewoners van de Venestraat en de Hertenstraat in Zwolle,

Peter Riemersma
Venestraat 14
8011GL ZWOLLE


038-4210116