Mr. A.J.M. van Heijst komt uit
de geschiedenis als een tak aan de stam der Dorknopers.
In verschillende kranten wordt melding
gemaakt van zijn overlijden en van de bijzondere zitting van het Gerechtshof in
Leeuwarden om hem te gedenken. Daar klinkt slechts zijn plichtsbetrachting en verder geen enkele persoonlijke noot. “Op
voortreffelijke wijze belicht collega Kingma Boltjes de ambtelijke loopbaan van
de overledene.” Als burger was hij een man zonder kapsones maak ik verder op
uit de tekst, maar als magistraat ongenaakbaar vanwege het verheven ambt dat
hij vervulde.
De kranten geven een uitgebreide
opsomming van alle hotemetoten van justitie en openbaar bestuur, die zich bij deze
gelegenheid hebben laten zien.
Hij is ongetrouwd en bij zijn
begrafenis in Bergen op Zoom voor de bijzetting in het familiegraf zijn volgens
een getuige slechts enkele familieleden gekomen en een paar bloemstukken bezorgd.
Hij sterft als het ware in het
harnas, als President van het Hof in Leeuwarden, op 69-jarige leeftijd. Nog maar
vier maanden president, zit hij de geruchtmakende brandstichtingszaak-Haren voor.
Volgens De Telegraaf eiste de zaak te veel van zijn krachten. ”De afmattende
verhoren tijdens de dinsdag gehouden zitting van het Leeuwarder hof hebben de
bejaarde president Mr. A.J.M. van Heijst (69) zo aangegrepen dat hij de nacht
van dinsdag op woensdag is overleden.” Na de zitting werd hij onwel en de ziekenhuisopname
mocht niet meer baten.
Van Heijst heeft geen portret
nagelaten, althans niet openbaar toegankelijk. Jammer. Wij weten slechts dat
hij op 21-jarige leeftijd afstudeerde in Amsterdam en zijn loopbaan begon in
Roermond. In Zwolle wordt hij aanvankelijk benoemd als
substituut-griffier en in 1924 volgt zijn benoeming tot rechter.
Er is dit groepsportret uit 1935 van de rechtbank Zwolle.
Er is dit groepsportret uit 1935 van de rechtbank Zwolle.
In 1945 wordt
hij overgeplaatst naar Leeuwarden waar hij eerst raadsheer, vervolgens vice-president en uiteindelijk president wordt. Als een soort beloning voor plichtsgetrouwe
dienst, vermoed ik, want zijn 70ste verjaardag is ook al nabij en
dan is het sowieso voorbij.
In de Venestraat is hij kostganger
bij de familie Tielens, op nr. 23. Daarvoor woonde hij al bij de weduwe Weghuis op het Nahuysplein, verscholen in de hoek op nr. 7. Maar het eten was daar natuurlijk niet best en toen heeft Van Heijst een ander kosthuis gezocht.
"Man, kom bij mij ", zal mede-rechtshandhaver districtscommandant van de Rijksveldwacht Tielens tegen hem gezegd hebben. "Mijn vrouw kookt een voortreffelijke pot. Het huis is groot genoeg. En het is een goeie buurt." Zo verzeilde Van Heijst in de Venestraat, van 1926 tot 1933. Het ziet er niet naar uit dat hij niet veel heeft bijgedragen aan de sociale cohesie.
Hij is vertrokken toen het hem te rumoerig werd hier in dat huis van de Tielensen. Twee opgroeiende kinderen en Frans Tielens zelf hield wel van een potje stoeien. Zo is Van Heijst toch weer verhuisd, naar de Wipstrikkerallee. Lekker rustig, op nr. 112.
.
"Man, kom bij mij ", zal mede-rechtshandhaver districtscommandant van de Rijksveldwacht Tielens tegen hem gezegd hebben. "Mijn vrouw kookt een voortreffelijke pot. Het huis is groot genoeg. En het is een goeie buurt." Zo verzeilde Van Heijst in de Venestraat, van 1926 tot 1933. Het ziet er niet naar uit dat hij niet veel heeft bijgedragen aan de sociale cohesie.
Hij is vertrokken toen het hem te rumoerig werd hier in dat huis van de Tielensen. Twee opgroeiende kinderen en Frans Tielens zelf hield wel van een potje stoeien. Zo is Van Heijst toch weer verhuisd, naar de Wipstrikkerallee. Lekker rustig, op nr. 112.
.