vrijdag 28 maart 2014

HANNI DOKTER OVER DE DOKTERS VAN NR. 4

Vandaag een zeer plezierig bezoek gebracht aan twee oud-Venestraatbewoners.
Nou ja, de ene, Hanni Dokter, woonde vier jaar in de Venestraat, op nummer 4. Zij is de oudste dochter van de heer en mevrouw Dokter die bijna veertig jaar op nummer 4 hebben gewoond.
De ander, Jan Brokkelkamp, heeft vooral heel lang in de Venestraat gewerkt, op nummer 2 om precies te zijn voor het bedrijf van de heer Molenaars uit Wezep, Poly-Ned B.V. Dat is een inmiddels landelijk bekend bedrijf dat in luchthallen doet. Tennishallen zijn een vermaard product. Achttien jaar heeft Jan voor dit bedrijf gewerkt.

Hanni en Jan, al meer dan 50 jaar getrouwd, hebben (uiteindelijk) hun hart gevolgd. Hanni runde een eigen ballet- en dansschool. Haar studio stond in tweede instantie in de Geerstraat, in het centrum van Kampen. Vijftien jaar geleden is zij, op haar zestigste gestopt. Dat was het moment waarop Jan de studio ombouwde tot galerie voor de dingen die hij in zijn atelier, de voormalige kleedkamer, maakt: schilderijen met een geometrisch thema, glas-in-lood, fusion-glaskunst.
Toen het stel allang in Kampen woonde werkte Jan nog altijd in de Venestraat.  Hij vervulde een sleutelrol voor Poly-Ned: hij deed aan acquisitie, bedacht oplossingen voor het probleem van de klant, maakte de offerte, ontwierp de technische constructie daarvoor, begeleidde de fabricage van die constructie lsook de plaatsing en ingebruikname.
En toen hij naar Zwolle forensde bracht hij dikwijls de in Kampen kant-en-klaar gemaakte maaltijden mee voor schoonvader en schoonmoeder Dokter.
Want mevrouw Dokter was allerminst een geoefende huisvrouw. Het koken liet zij aan haar man over, die gelukkig een kantoor aan huis had. En Hanni herinnert zich ook nog zeer goed dat zij als kind werd aangekleed door een kindermeisje toen het gezin nog in de Bloemstraat woonde. Moeder was een luxe-paardje, lijkt Hanni te zeggen. Op een goed moment kreeg zij een eigen autootje en iedere week naar de kapper. Vader was een joviale, leuke  man, die het met iedereen goed kon vinden. Klantgericht in zijn werk, toegewijd aan zijn vrouw en kinderen.  
Hanni was al 18 toen haar vader Venestraat 4 voor 19.000 gulden kocht in 1956. Twee jongere zusjes en oom Dirk, een broer van haar vader, verhuisden mee. Zij was te oud om op straat te spelen en van de buren weet zij uit die tijd alleen nog dat op nummer 2 de familie Van Es woonde, met kinderen en aan de overkant de familie Huizinga. Naast de familie Huizinga woonde een streng gereformeerd gezin die –heel zielig-  de kinderen ’s zondags binnen hielden, omdat het ‘zondag’ was.
Meisjes van achttien hebben wel wat anders aan hun hoofd dan de buren in de gaten te houden. In zoverre ben ik bij Hani dus aan het verkeerde adres. Maar het beeld van haar vader en moeder wordt wel iets duidelijker.

Vóór de periode Venestraat woonde de familie in de Bloemstraat. Vader deed van alles. In verzekeringen, administratie, boekhouding, belastingaangiften én hij was begrafenisondernemer. Hij had geen ‘kachelpijp’, maar een steek, zoals een palfrenier, een zwarte. En een lange zwarte jas met tressen.  In de oorlog was dat ook zijn camouflage-pak. Met deze uitrusting en een paar oude rouwkaarten ostentatief in de hand spoedde hij zich in spertijd waarheen hij maar wilde. Het ontzag voor de dood weerhield Duitse patrouilles ervan hem lastig te vallen. Zie hem gaan.
Eenmaal in de Venestraat gaf hij het begrafenisondrnemerschap eraan en hield zich bij zijn goedbeklante administratiekantoor.
Op het adres van de Docters stond ook ene Kuyntjes, campingbeheerder ingeschreven. Maar dat blijkt toch niet helemaal naar de werkelijkheid. Zeker, Leen Kuyntjes is geen onbekende van de familie. Hij is de schoonzoon die met Josette getrouwd is. Maar hij heeft nooit ingewoond. Zal wel een administratieve reden hebben gehad dat hij daar ingeschreven stond. Na zijn diensttijd zocht Leen een baan. Zijn aanstaande schoonvader bracht hem toen in contact met een rijkaard die her en der vastgoed bezat, onder andere een camping in Luxemburg. En daar is hij toen de beheerder van geworden.
Josette, Leen en twee kinderen zijn geheel geïntegreerd in Luxemburg. Leen heeft er nu een installatiebedrijf. De Dokters van nummer 4 gingen er regelmatig logeren. Jammergenoeg liggen de familiale fotoboeken ook in Luxemburg. Maar wie weet, als ik het aardig vraag, kunnen er nog een paar Venestraat-gerelateerde foto’s gescanned worden.
Er is nog een derde zus maar die is uit beeld.

Wij hebben de heer en mevrouw Dokter nog persoonlijk gekend. Op een dag vonden we een briefje in de bus dat opa Dokter 80 ging worden. Met de suggestie om hem te gaan feliciteren. Onze dochters Eva, buurmeisje Lotte Smit en vriendinnetje Maartje Beeker hebben toen een groot spandoek gemaakt met daarop de bekendmaking van het heuglijke feit en de bijbehorende gelukwens. Onder het zingen van de bekende en een zelfgemaakte gelegenheidsliederen  ging de mini-optocht naar de residentie van de jarige.  Opa Dokter, zoals hij vanaf dat moment ook bij ons heette,  was zeer vereerd, maar voor het overige was men enigszins in verlegenheid omdat er niet op zo’n delegatie feestvierders was gerekend. Er was ‘niks’ in huis.

Maartje, Eva en Lotte. Maar de fotograaf zit hen kennelijk dwars. En nou is de foto ook nog 'bewogen'.

Dat laatste zit niet in mijn ‘overlevering’. Het is dat Hanni me dat nu vertelde, meer dan 25 jaar later.
We zijn een paar maal over en weer bij elkaar op bezoek geweest. We hebben meegeleefd toen opa Dokter zoek werd, en na een kort ziekbed stierf. We hebben wel eens een boodschap gedaan toen het koud was en er een berg sneeuw lag. Ik heb oma Dokter wel eens (twee keer) naar de kapper gebracht toen haar vaste chauffeur er niet was. Je zou kunnen zeggen een heel voorzichtig begin, de eerste schrede op weg naar de participatiemaatschappij.
.

Opa okter is in stilte begraven (of gecremeerd) en oma Dokter heeft nog een paar jaar in de Molenhof gewoond.