donderdag 20 december 2012

HET GAAT EXPORTSLAGER NIJMAN NAAR DEN VLEZE

Als de eerste huizen gereed zijn voor bewoning wordt nummer 14 gekocht en betrokken door Gerrit Nijman en zijn vrouw Hermina Cornelia en vier kleine kinderen: eerste twee meisjes Johanna (geboren in 1905) en Pertronella (geboren in 1906). De twee jongens werden nog net allebei in hetzelfde jaar geboren Jan (geboren januari 1908), Tonny (Antoni Arnoldus oftewel A.A. geboren december 1908). 

Uit deze foto is op te maken dat de Nijmannen van het platteland komen, ook al heet het (toen) Stad Hardenberg waar zij vandaan komen. Nu zal Zwolle ook nog wel niet zo steeds zijn geweest dat het voor de kinderen Nijman een onoverkomelijke overgang is geweest. Ongetwijfeld zullen zij de familie die in Hardenberg en Heemse is achtergebleven, het meeste missen.
Nog zo'n prachtige familiefoto.
Gerrit en Hermina Cornelia staan op de achterste rij rechts. De dochtertjes Annie en Peet zitten samen op de voorgrond rechts, de kleine Tonny daarnaast met het lint in z'n nek en Jan zit tussen de knieën van zijn grootvader. 
De heer E. Wolbink, heeft in het tijdschrift van de Historische Vereniging Hardenberg een prachtig, goed gedocumenteerd artikel geschreven over de lotgevallen van deze familie. De website van deze vereniging is hier te vinden: http://www.historiekamer.nl/ en het artikel over de Nijmannen Exportslagerij 'Hardenberg Bacon Factory' (met als ondertitel: Nijmans vleesverwerkende industrie) is terug te lezen in Rondom den Herdenbergh, het schitterende blad van de vereniging.   

Bij wijze van samenvatting het volgende. Gerrits vader Jan was een ondernemer, een handelaar. Hij was pas 22 toen hij een grutterswinkeltje begon maar al gauw ging vlees verwerken en verkopen, zowel in z'n eigen winkel maar vooral naar andere plaatsen. Hij legde zich toe op de handel in vette varkens en startte een exportslagerij. Via het tramstation van de D.S.M. in Heemse ging het transport naar het westen. Ik kom nog te spreken over de Noordooster Lokaalspoorweg omdat de Venestraat ook enkele belangrijke mannen huisvestte die aan dit legendarische project hebben gewerkt, maar mooi dat we de transportverbindingen die deze spoorwegmaatschappij gebouwd heeft, hier bij de Nijmannen al tegenkomen: hoe een goed transportsysteem de ontwikkeling van het achterland bevordert. Vanaf 1904 ging het vervoer van de Nijman-producten met deze spoorweg.

Enfin, Jans oudste zoon is 'onze' Gerrit, geboren in 1882. Woolbink schrijft dat Gerrit dezelfde handelsgeest bezat als zijn vader. Gerrit ging in de zaak, trouwde in 1901 met Cornelia en nam in 1904, nog maar 22, het bedrijf grotendeels over van zijn vader. Er werd een nieuwe fabriek gebouwd in Hardenberg waarvoor een kapitaal- en hypotheekovereenkomst werd gesloten met de firma Buisman, Gratama en Co. En die Buisman kenden we al. De fabriek ging in 1907 in productie. 
In de faits divers uit die tijd komt ook het bericht  voor dat Gerrit een ruwe bonk was, althans hij wordt nota bene door de arrondissementsrechter veroordeeld voor belediging. Hij moet een boete betalen van twee guldens of twee dagen brommen.
Toen er een uitbreiding van de fabriek kwam in de vorm van import en export van Amerikaanse vetten en vlees, verhuisde Gerrit met zijn gezin naar de Venestraat in 1915, nr. 14. Hier heeft hij maar een paar jaar gewoond want toen het hem naar de vleze ging, is hij pas echt op stand gaan wonen aan de Veerallee (nr. 34 2) 
Daar zal hij maar heel kort hebben verbleven want hij koos ervoor om terug te gaan naar Hardenberg toen zijn ouders naar Heemse verhuisden en het ouderlijk huis beschikbaar kwam voor zijn gezin. Maar om een lang verhaal kort te maken, het gezin was erg onrustig en heeft daarna in Voorburg gewoond aan de Laan van Middenburg, in Den Haag aan de Wassenaarscheweg. In 1925 staat Nijman ingeschreven met een nieuwe vennootschap N.V. G. Nijman & Co's Meat Trading Company, gevestiugd aan de Wijnstraat in Rotterdam, met de Claes de Vrieslaan als privé woonadres. Het kantoor is van 1925 tot 1935 is gek genoeg in de Zwolse Van Nagellstraat, op nummer 21. Dat is het eerste hoekhuis vanaf de Zeven Alleetjes, naast dat prachtige pand van Broekema (nr.19)
Dan is er van alles aan de hand in de in- en uitvoer van vlees, zoals overigens nog steeds, met importverboden al of niet vanwege protectie van de eigen nationale bedrijfstak in de VS, Verenigd Koninkrijk of elders, of anders onder het mom van de volksgezondheid. Nijman moet zich voortdurend aanpassen en loopt risico's. Hij krijgt met zijn gesjacher de bijnaam 'witte jood'. l
Om een steviger basis te krijgen gaat hij in 1929, een fusie aan met een Brits bedrijf: de 'Hardenberg Bacon Factory' wordt geboren.
Dan komt ook een einde aan de omzwervingen van het gezin: het gaat op 30 april 1930 terug naar Heemse, waar vader Jan is overleden.
Nu duikt Tonny weer op. Die is nota bene in 1931 getrouwd met Bernarda Adolfina Feberwee., die hij ontmoet heeft tijdens zijn studie aan de koloniale Landbouwschool. Jan, de oudste zoon van Gerrit, had eerst het bedrijf overgenomen maar was vertrokken richting Eefde om de vleesfabriek van Meester in Wijhe over te nemen. 
Tonny redt het niet. Weer alle mogelijke perikelen aan de grenzen maar ook de schommelingen in prijzen op de wereldmarkt en bovendien is het nu wel echt crisis. In mei 1939 komt alle activiteit stil te liggen en wordt alle personeel ontslagen. Tonny verhuist naar Rotterdam en gaat wat anders doen. 
Gerrit overlijdt in 1942, niet erg oud geworden, amper 60. (Hermina twintig jaar later.) Op 28 augustus 1943 wordt de N.V. ontbonden. Tonny is 36 als hij op 26 maart 1946 overlijdt.
De familie heeft maar kort in Zwolle gewoond, in de Venestraat en nog korter aan de Veerallee, maar bracht daarmee in deze geschiedenis van de Venestraat toch een opmerkelijk verhaal in over initiatief en beweging. .